Volgens een Amerikaans onderzoek heeft bijna de helft van de Amerikaanse kinderen met autisme tussen de 10 en 17 jaar overgewicht of obesitas. Bij hun leeftijdsgenoten die geen autismespectrumstoornis hebben, is dit maar bij een derde het geval. De mensen die een ernstige vorm van autisme hebben, lijken het grootste risico te lopen om zwaarlijvig te worden. Het onderzoek is gebaseerd op gegevens van bijna 26.000 kinderen en behoort tot de grootste in zijn soort. Een onderzoek uit 2010 had echter meer kinderen betrokken in het onderzoek. Hier deden maar liefst 85.000 kinderen aan mee waaronder 483 kinderen met autisme.
Wat is overgewicht en obesitas?
Bij overgewicht is er in de meeste gevallen te veel vet in het lichaam opgeslagen. Dit komt vaak doordat men meer calorieën binnenkrijgt dan wordt verbrand. Bij een BMI van 25 of hoger is er sprake van overgewicht. Een BMI van 30 of hoger geeft aan dat iemand lijdt aan obesitas. Mensen met overgewicht lopen meer kans op gezondheidsrisico’s dan mensen met een gezond gewicht. Hoe hoger de BMI hoe meer (ernstigere) gezondheidsproblemen optreden. Een lagere BMI van 25 geeft niet per definitie aan dat iemand ook daadwerkelijk gezonder is. Een persoon met een BMI van 25 kan even of soms wel gezonder zijn dan een persoon met een BMI van 18. Verschillende factoren hangen hiervan af.
Relatie tussen autisme en obesitas
Diverse onderzoeken die het gewicht van kinderen met en zonder autisme bestudeerden, laten overeenkomstige resultaten zien. Van de 21 uitgevoerde onderzoeken, tonen 16 onderzoeken aan dat kinderen die zich in het autismespectrum bevinden een verhoogd risico hebben op obesitas. De meeste onderzoeken keken daarbij echter niet naar de mate van ernst van de stoornis. Uit een recent uitgevoerd blijkt namelijk dat de ernst van de symptomen van de stoornis een verband hebben met obesitas. Mensen die de zware kenmerken van autisme vertoonden, hadden ook vaker last van (ernstig) overgewicht.
Gewichtige zaak
Weer een ander onderzoek uit Amerika analyseerde in 2016 de gegevens van 750 kinderen met autisme en 25.173 kinderen zonder autisme van 10 tot 17 jaar. De ouders van deze kinderen vulden een vragenlijst in over verschillende aspecten over de gezondheid van hun kind, waaronder lengte, gewicht, autismediagnose, ernst van autismekenmerken en medicatiegebruik. De onderzoekers gebruikten een bepaalde methode waardoor zij betrouwbare uitspraken konden doen over een populatiegrootte van maar liefst 875.963 kinderen met autisme en bijna 32 miljoen kinderen zonder autisme. De onderzoekers zagen dat 19,4 procent van de kinderen met een autismespectrumstoornis overgewicht had en dat 23 procent zwaarlijvig was. Bij de kinderen zonder autisme had ongeveer 15 procent overgewicht en 16 procent obesitas. In het onderzoek is gekeken in hoeverre etniciteit, ras, inkomen, leeftijd en geslacht een rol spelen bij obesitas. Ondanks dat deze factoren in het onderzoek zijn meegenomen, hadden de kinderen met autisme toch nog anderhalf keer meer kans op overgewicht en ook anderhalf meer kans om zwaarlijvig te zijn.
Onder de kinderen met autisme hebben degenen met een ernstige vorm zelfs drie keer zoveel kans om zwaarlijvig te zijn als degenen met mildere kenmerken. Dit kwam naar voren door middel van ouderrapportages. Ook bleken deze kinderen minder actief te zijn en hadden een beperkter voedingspatroon dan kinderen met mildere symptomen. Sommige experts zeggen echter dat deze resultaten met enige voorzichtigheid geïnterpreteerd moeten worden. De resultaten zijn namelijk afhankelijk van de beoordelingen van de ouders. In de toekomst moeten deze bevindingen ondersteund worden door gestandaardiseerde onderzoekscriteria zodat op deze manier harde conclusies getrokken mogen worden.
Risicofactoren voor overgewicht
Het is niet duidelijk waarom kinderen met autisme meer kans hebben op overgewicht of obesitas dan hun leeftijdsgenoten. Sommige medicijnen die bij autisme worden voorgeschreven, kunnen gewichtstoename veroorzaken. In onderzoeken is deze risicofactor niet meegenomen waardoor hierover geen conclusies getrokken kunnen worden.
Obesitas van de moeder en een snelle gewichtstoename van een kind in de vroege kinderjaren zijn in het algemeen bekende risicofactoren voor obesitas bij kinderen. Vrouwen die al overgewicht of obesitas hadden vóór hun zwangerschap hadden ongeveer 2,4 keer zoveel kans op een kind met overgewicht of obesitas als degenen die geen overgewicht hadden voor hun zwangerschap. Vrouwen die tijdens de zwangerschap meer aankwamen dan wordt aanbevolen, hadden ongeveer anderhalf keer zoveel kans op een kind met overgewicht of obesitas als vrouwen die voldeden aan de aanbevelingen voor gewichtstoename. Deze bevindingen kwamen voor bij alle kinderen in het onderzoek, ongeacht of ze wel of geen autismespectrumstoornis hadden. Dit geeft aan dat een verhoogd gewicht van de moeder niet bijdraagt aan een verhoogd risico op obesitas bij kinderen met autisme.
Het is mogelijk dat een genetische aanleg en bepaalde voedingspatronen ervoor zorgen dat kinderen met autisme vaker te kampen hebben met overgewicht. Bovendien is het ook mogelijk dat metabole of endocriene effecten meespelen die op dit moment nog niet goed onderzocht zijn.
Tot slot
De uitkomsten van de onderzoeken geven aan dat mensen met een autismespectrumstoornis, in het bijzonder degenen met een ernstige vorm, wellicht meer ondersteuning moeten krijgen bij hun eetpatroon en eetgewoonten. Uitgezocht moet worden waarom mensen met een zwaardere vorm een groter risico hebben op obesitas. Daarnaast is het belangrijk om te weten op welke manier mensen met autisme en hun naasten het best geholpen kunnen worden om obesitas te voorkomen of aan te pakken. Indien rekening wordt gehouden met de behoeften en doelen van een patiënt, is de behandeling meestal een stuk effectiever.
Het is eigenlijk wel logisch waarom mensen met autisme een groter kans hebben op overgewicht. Mensen met autisme hebben behoefte aan voorspelbaarheid, ook bij eten. Dingen als fruit kunnen altijd anders proeven, maar bijvoorbeeld patat smaakt altijd hetzelfde, dus is dat een veiligere optie.