Wat is autisme?

Autisme is een aandoening die invloed heeft op de manier waarop mensen zich gedragen, socialiseren en met anderen communiceren. Vroeger werd autisme opgedeeld in subtypes, zoals klassiek autisme, Syndroom van Asperger PDD-NOS en MCDD. Sinds de verschijning van de vijfde editie van het Diagnostisch Handboek (DSM) in 2013 wordt autisme behandeld als een aandoening met een breed spectrum van symptomen en ernst. De subtypen die voorheen gehanteerd werden, zijn door de komst van de DSM-V komen te vervallen.

Er zijn drie hoofdkenmerken bij autisme:

  1. Problemen in de sociale interactie (contactstoornis)
  2. Problemen in de communicatie
  3. Afwijkend gedrag en beperkte interesses en belangstelling

Problemen in de sociale interactie (1)

Sociale interactie is de wijze waarop mensen ten opzichte van elkaar communiceren. Vrouwen met autisme kunnen moeite hebben met persoonlijk of sociaal contact zoals het sluiten van vriendschappen en het onderhouden ervan. In vergelijking met mensen zonder autisme wordt er vaak op een andere manier contact gemaakt. Zo kan het voorkomen dat iemand minder aandacht heeft voor de ander waardoor onderwerpen en interesses niet aansluiten in een gesprek. Veel vrouwen hebben ook moeite met het maken van oogcontact. Het oogcontact kan doordringend of juist afwezig zijn. Andere moeilijkheden die kunnen voorkomen tijdens de sociale interactie met anderen zijn: begrijpen wat een ander van je verwacht, het aanvoelen van gevoelens en het delen van ervaringen en emoties.

Problemen in de communicatie (2)

Sommige vrouwen met autisme hebben zeer goede communicatieve vaardigheden, terwijl anderen het moeilijker vinden om met andere mensen om te gaan en met hen te communiceren. Vaak schiet het taalbegrip tekort. Zo kan taal letterlijk worden genomen en sarcastische opmerkingen niet worden herkend. Ook dubbele betekenissen, (woord)grapjes of spreekwoorden worden niet begrepen.

Eigenaardigheden in het taalgebruik komen ook voor. Er wordt bijvoorbeeld te luid of op een eentonige wijze gepraat. Twee andere voorbeelden zijn: het letterlijk herhalen van woorden (echolalie) of het zelf maken van woorden (neologismen). Daarnaast is een veel voorkomend probleem dat vrouwen met autisme moeite hebben met het opstarten of het gaande houden van gesprekken. 

Afwijkend gedrag en beperkte interesses en belangstelling (3)

Volwassenen met autisme vinden het fijn om zich vast te houden aan routines en gewoontes. Wanneer een routine verstoord raakt, kan dat gepaard gaan met agitatie of paniekaanvallen. Daarnaast kan er sprake zijn van beperkte interesses of juist een sterke belangstelling voor een bepaalde interesse. Dit wordt ook wel preoccupatie genoemd. Waar we bij mannen met autisme vaak preoccupaties zien in onderwerpen zoals treinen of sterrenstelsels, zijn vrouwen meestal meer geïnteresseerd in ‘normale’ onderwerpen. Denk bijvoorbeeld aan dieren, het menselijke gedrag of een soapserie. Bij preoccupatie gaat het niet om de keuze van de interesse. Het is voornamelijk belangrijk om te kijken in welke mate een vrouw opgaat in haar interesse.

Vrouwen met autisme ervaren vaak een over- of ondergevoeligheid voor pijn, warmte, kou, reuk of geluiden. In het geval voor een overgevoeligheid voor prikkels komen er te veel prikkels tegelijkertijd binnen. De hersenen kunnen de hoeveelheid prikkels niet snel genoeg verwerken waardoor een soort storing optreedt in de hersenen. Overprikkeling kan gepaard gaan met gevoelens van angst, boosheid en onmacht. Bij onderprikkeling worden prikkels niet of veel te langzaam door de hersenen verwerkt. Vaak zoeken mensen dan extra prikkels op om wél prikkels te voelen wat soms schadelijke gevolgen kan hebben.

Vrouwen vs. mannen

Autisme komt bij vrouwen vaak anders tot uiting dan bij mannen. Vrouwen zijn meer in staat om kenmerken van autisme te camoufleren. Het verbergen of compenseren van autismekenmerken hangt vaak samen met sociale verwachtingen: vrouwen ervaren meer druk om te voldoen aan de verwachtingen van de maatschappij. Het camoufleren van autismekenmerken kan erg vermoeiend zijn en zorgt veelal voor een grotere lijdensdruk bij vrouwen met, of een vermoeden van, autisme. Het kan ervoor zorgen dat angst- en depressieve gevoelens ontstaan of verergeren. Veel voorkomende vormen van camouflage zijn: het bewust maken van oogcontact, het van tevoren bedenken van grappen en zinnen om toe te passen tijdens gesprekken en het nadoen van gedag van anderen.

Het camoufleren van autismekenmerken heeft een functie en wordt meestal gedaan omdat vrouwen erbij willen horen, meer kans willen maken op een baan of een relatie, negatieve reacties van anderen willen voorkomen en meer sociale contacten willen.

Doordat vrouwen over het algemeen beter zijn dan mannen in het camoufleren van hun symptomen wordt de diagnose autisme vaak niet of veel later gesteld. Het vermoeden bestaat dat om deze reden het percentage vrouwen dat autisme heeft een stuk hoger ligt. Ook bepaalde eigenschappen en psychische stoornissen, zoals verlegenheid, sociale angst en depressie, kunnen kenmerken van autisme overschaduwen. Hierdoor is autisme bij vrouwen lastiger te diagnosticeren.

Specifieke kenmerken bij vrouwen

Hoewel het aantal onderzoeken dat gedaan is naar specifieke kenmerken van autisme bij vrouwen beperkt is, komt vaak wel naar voren dat vrouwen bepaalde kenmerken van autisme anders uiten dan dat bij mannen het geval is. De resultaten uit onderzoeken laten zien dat vrouwen:

  • meer sociale problemen en moeite met interactie hebben;
  • minder aanpassingsvermogen hebben;
  • meer emotionele problemen hebben;
  • meer cognitieve en taalproblemen hebben;
  • minder de neiging hebben om hyper gefocust te zijn op een onderwerp of interesse;
  • meer bijkomende problemen ervaren, zoals angstklachten en depressieve gevoelens.

De kenmerken van autisme zijn breed en divers. Gezien het feit dat de ernst ervan kan verschillen en op verschillende manieren tot uiting kan komen, zorgt ervoor dat de stoornis bij elke vrouw zich anders kan uiten.