Epilepsie

Epilepsie komt bij mensen zonder een autismespectrumstoornis vaker voor bij mannen, maar onder de mensen met autisme komt het vaker voor bij vrouwen. In vergelijking tot de algemene bevolking komt epilepsie onder autisme vaak voor. Er wordt geschat dat dit wel 25 keer hoger is.

Epilepsie kenmerkt zich door plotselinge aanvallen waarbij tijdelijk een verstoring is van de elektrische prikkeloverdracht in de hersenen. Epilepsie kent verschillende vormen en ook verschillende soorten aanvallen. Een aanval kan in één deel van de hersenen plaatsvinden of in allebei de hersenhelften. Indien een aanval in beide hersenhelften plaatsvindt, raakt iemand buiten bewustzijn. Deze aanval wordt ook wel een gegeneraliseerde aanval genoemd. Bij lichtere aanvallen is het bewustzijn niet of heel kort verstoord. Iemand kan dan verward of suf overkomen.

Een absence komt vaak bij kinderen voor en bij volwassenen een stuk minder. Een kind die een absence heeft, lijkt aan het dagdromen te zijn: hij of zij stopt plotseling met de activiteit en staart dan zo’n 3 tot 30 seconden voor zich uit.

Hoewel epilepsie een stuk vaker voorkomt onder mensen met autisme, is het geen graadmeter voor de diagnose autisme. Wel is het raadzaam om extra alert te zijn op eventuele symptomen van autisme indien iemand epilepsie heeft.