Eetstoornis ARFID en autisme

Wat is ARFID?

ARFID staat voor Avoidant/Restrictive Food Intake Disorder en is een eetstoornis waarbij patiënten zeer selectief of restrictief eten. Mensen met ARFID hebben daardoor veelal een eenzijdig eetpatroon wat kan leiden tot lichamelijke klachten en mentale problemen. In tegenstelling tot de eetstoornis anorexia nervosa, waarbij het gewichtsverlies vaak te wijten is aan een verstoord lichaamsbeeld, heeft ARFID niets te maken met zorgen of angsten omtrent lichaamsgewicht of lichaamsvorm. Wat eventuele oorzaken van ARFID zijn, komt verderop in deze blog aan bod.

Drie subtypen van ARFID

In het handboek voor psychiatrische aandoeningen, de DSM-5, worden drie verschillende subtypen van ARFID omschreven, namelijk:

  1. Het type dat weinig interesse heeft in voeding en eten;
  2. het type dat bepaalde voedingsmiddelen niet eet vanwege de structuur, textuur, temperatuur, kleur, geur of smaak (sensorische overgevoeligheid);
  3. het type dat bang is voor nare gevolgen van het eten van voedsel (denk bijvoorbeeld aan: verslikken, stikken, braken, voedselinfecties, misselijkheid en allergieën).
Symptomen van ARFID

Bijna geen enkel persoon met ARFID ervaart precies dezelfde klachten. Hierdoor lopen de symptomen bij ARFID-patiënten uiteen. Kenmerken van de ARFID voedingsstoornis kunnen zijn:

  • Een beperkt aantal aanvaardbare voedingsmiddelen hebben;
  • Het eten van voedsel met vergelijkbare eigenschappen, zoals alleen knapperig voedsel eten of juist zacht voedsel;
  • Voorkeuren voor bepaalde methoden waarmee voedsel bereid wordt;
  • Vermijd bepaalde voedingscategorieën  (bijvoorbeeld groenten, zuivel, vis of fruit);
  • Veelal dezelfde producten eten;
  • Enkel producten eten van een specifiek merk;
  • Tekorten aan voedingsstoffen (zoals ijzer, foliumzuur, vitamine D en vitamine B12);
  • Snel emotioneel bij eetmomenten;
  • Gestrest raken als onbekend voedsel wordt geserveerd;
  • Het eetprobleem heeft een negatieve invloed op de mentale gezondheid;

ARFID en autisme

ARFID komt vaak voor bij mensen met een autismespectrumstoornis (ASS). Zij hebben een verhoogde gevoeligheid voor sensorische prikkels en dus ook voor prikkels die afkomstig zijn van voedsel. Hierdoor kunnen zij een sterke afkeer ontwikkelen voor bepaalde voedingsmiddelen op basis van uiterlijk, samenstelling, kleur, geur, smaak, of temperatuur. De grote gevoeligheid voor prikkels zorgt ervoor dat bepaalde voedingsmiddelen of -groepen vermeden worden, wat resulteert in een eenzijdig eetpatroon. Daarnaast kunnen rigide denkpatronen en routines, die typerend zijn voor autisme, bijdragen aan de ontwikkeling of het in stand houden van ARFID.

Enkele voorbeelden van ARFID bij mensen met autisme:

  • Alleen vloeibaar voedsel eten vanwege de angst voor verstikkingsgevaar;
  • Geen krokante, knapperige producten eten i.v.m snelle overprikkeling voor het harde geluid in de mond;
  • Het vermijden van eieren en zuivelproducten vanwege de kans op salmonellabesmetting;
  • Elke dag witbrood met hagelslag eten als ontbijt en middageten;
  • Dagelijks hetzelfde ontbijt, middageten, avondeten en tussendoortjes.
Gevolgen

ARFID kan een serieuze impact hebben op de fysieke en mentale gezondheid van mensen. Het kan bijvoorbeeld leiden tot gewichtsverlies, voedingsdeficiënties, verminderde weerstand, sociale isolatie en groeivertraging bij kinderen. Ook komen geregeld angstklachten en (chronische) stressklachten voor wat betreft voedsel en het nuttigen van maaltijden.

Meest voorkomende complicaties

  • Ondervoeding
  • Ondergewicht, maar overgewicht kan ook voorkomen
  • Maag-darmproblemen
  • Verminderd immuunsysteem
  • Sociale isolatie
  • Fijne beharing op de huid
  • Haaruitval
  • Comorbiditeit (depressie, angststoornissen)
  • Koude handen en voeten
  • Bloedarmoede
  • Duizeligheid

ARFID bij vrouwen met autisme

ARFID komt ook voor bij vrouwen met autisme, maar hoe het zich precies bij hen uit, is nog niet volledig opgehelderd. Dit komt voornamelijk doordat vrouwen ondervertegenwoordigd zijn in autismeonderzoek.

Net zoals mannen met autisme hebben vrouwen in het spectrum last van rigide denkpatronen en moeite met veranderingen. Dit kan hun eetgedrag beïnvloeden. Bovendien ervaren veel vrouwen een hogere sociale druk en hebben vaker de wens om ‘normaal’ waardoor zij eerder geneigd zijn om symptomen van ARFID te maskeren. Hierdoor is het moeilijker om de stoornis bij vrouwen op te merken en te diagnosticeren.

Oorzaken

Over de oorzaken van ARFID is nog maar weinig bekend. Vaak wordt er gezocht naar één verklaring voor de eetstoornis, maar die is er simpelweg niet. De eetstoornis wordt veroorzaakt door uiteenlopende factoren waarbij dus veelal meerdere factoren een rol spelen. De belangrijkste factoren zijn biologische, psychische en omgevingsfactoren. Hieronder staan enkele voorbeelden van de drie verschillende factoren.

Biologische factoren 

  • Aanleg
  • Erfelijkheid
  • Stress bij moeder tijdens zwangerschap
  • Lichamelijke ziekten
  • Voeding
  • Algehele conditie

Psychologische factoren 

  • Perfectionisme
  • Onzekerheid
  • Negatief zelfbeeld
  • Bindings- of verlatingsangst 
  • Sterke behoefte aan bevestiging
  • Angst voor kritiek of afwijzing

Sociale factoren 

  • Opvoeding
  • Moeilijkheden op het werk
  • Het verlies van een dierbare
  • Emotionele verwaarlozing
  • Conflicten met anderen
  • Eenzaamheid

Behandeling bij ARFID

Vaak wordt gestart met cognitieve gedragstherapie waarbij cliënten gekort gezegd leren hoe ze beter kunnen omgaan met negatieve gedachten en gevoelens over zichzelf en hun omgeving. Mocht deze therapievorm niet voldoende baat geven, dan kunnen ook andere therapievormen worden ingezet. Ook kan gekeken worden of andere zorgdisciplines van toegevoegde waarde kunnen zijn.

Hieronder lees je welke zorgverleners een helpende hand kunnen bieden bij het herstel van de eetstoornis en wat ze wellicht kunnen betekenen.

Psycholoog

  • Voorlichting krijgen over de eetstoornis ARFID (psycho-educatie)
  • Het bespreken van angstige en irrationele gedachten over eten
  • Rigide denkpatronen aanpakken
  • Nieuwe copingstrategieën ontwikkelen 
  • Omgaan met angst en stress rondom voedsel
  • Het behandelen van een traumatische gebeurtenis (EMDR-therapie)
  • Angsten overwinnen door de confrontatie met voedsel aan te gaan (imaginaire exposure)

Diëtist/voedingsdeskundige

  • Informatie geven over gezonde voeding
  • In kaart brengen van de dagelijkse voedselinname
  • Het opstellen van een gezond voedingspatroon
  • Hulp bieden bij over- of ondergewicht

Huisarts

  • Bloedwaardes controleren
  • Sondevoeding starten
  • Vitaminen voorschrijven

Logopedist

  • Hulp bieden bij onder andere slik-, kauw- of zuigproblemen.

Psychiater

  • Indien noodzakelijk schrijft een psychiater medicatie voor.

Het is belangrijk dat de behandeling wordt afgestemd op de behoeften en mogelijkheden van de persoon met autisme in kwestie. Ook dient rekening gehouden te worden met de sensorische gevoeligheid en communicatiestijl.

Tips bij ARFID

Hieronder staan enkele tips die nuttig kunnen zijn indien je lijdt aan de eetstoornis ARFID:

  1. Zoek professionele hulp: ga op zoek naar een professionals zoals een psycholoog of diëtist die bij voorkeur ervaring heeft in het behandelen van eetstoornissen.
  2. Stel realistische doelen: stel doelen en een stappenplan op. Maak daarbij een stappenplan met kleine haalbare stappen. Pas op met het doorvoeren van grote veranderingen in één keer: sommige mensen raken daardoor overweldigd.
  3. Voeg langzaamaan voedingsmiddelen toe: breidt je eetpatroon langzaam uit met voedingsmiddelen die je lange tijd hebt vermeden. Probeer de omstandigheden zo ideaal mogelijk voor jezelf te maken (denk aan gunstig tijdstip, rustige omgeving, prettige mensen, etc.). 
  4. Wees geduldig en vriendelijk voor jezelf: verandering kost tijd en energie. Wees niet bedroeft als je weer eens terugvalt in oude gedragspatronen. Dit gebeurt namelijk vaak tijdens een herstelproces. Geef jezelf daarentegen een schouderklopje voor het zware werk wat je al verricht hebt en ga met goede moed weer verder.
  5. Zoek steun: praat met vrienden, familieleden of lotgenoten die begrip hebben voor je situatie. Het delen van ervaringen met lotgenoten kan veel herkenning en steun geven en is daardoor erg waardevol.
  6. Overweeg het gebruik van voedingssupplementen: als het uitbreiden van je eetpatroon erg lastig is, overweeg dan het gebruik van voedingssupplementen zodat je alle benodigde voedingsstoffen wel binnen blijft krijgen.
  7. Zoek professionele hulp: als de eetstoornis je leven  gepaard gaat met mentale problemen zoals angst- of somberheidsklachten, zoek dan professionele hulp om aan deze kwesties te gaan werken.

De behandeling van de eetstoornis ARFID behoeft in de meeste gevallen professionele begeleiding. Deze tips zijn bedoeld als algemene richtlijnen en zijn mogelijk niet voor iedereen van toepassing.

Digitale werkboeken en werkbladen autisme

Werkboek Autistische burn-out

Laat een reactie achter