Effecten methylfenidaat bij autisme

Methylfenidaat – in de volksmond ook bekend als Ritalin) – is zeer goed onderzocht bij mensen met ADHD (Attention Deficit Hyperactivity Disorder). Bij mensen met autisme is echter maar weinig onderzoek uitgevoerd naar de werking en de effecten van methylfenidaat. Slechts een handvol onderzoeken zijn beschikbaar over de mogelijke effecten. Veelal is hierbij alleen gekeken naar de kortetermijneffecten.

Een onderzoek dat is gepubliceerd in de Journal of Child and Adolescent Psychiatry, toont aan dat methylfenidaat bij zowel kinderen met ADHD als bij kinderen met autisme impulsiviteit en opstandig gedrag verminderd.

Ongeveer drie op de vier kinderen met autisme heeft kenmerken van ADHD, zoals onoplettendheid, hyperactiviteit en impulsiviteit. Hoewel ongeveer een derde van deze kinderen stimulerende middelen gebruikt voor ADHD-symptomen, is er gek genoeg weinig bekend over de bijwerkingen van methylfenidaat op de korte en lange termijn bij kinderen met autisme.

Verschillende onderzoeken hebben tot bezorgdheid geleid over de bijwerkingen van methyllfenidaat bij kinderen met autisme, zoals verergering van repetitief gedrag, depressie en slapeloosheid. Er is echter weinig informatie beschikbaar hoe vaak deze bijwerkingen in de praktijk voorkomen.

Onderzoek bij kinderen met autisme

Een nieuw onderzoek naar methylfenidaat bestudeerde 24 kinderen met hoogfunctionerend autisme en ADHD. Alle kinderen waren 9 jaar en kregen een week een placebo toegediend gevolgd door drie weken methylfenidaat waarvan de dosis steeds iets werd opgehoogd. De kinderen namen het geneesmiddel twee keer per dag in: ‘s ochtends een tablet met gereguleerde afgifte en ‘s middags een tablet met directe afgifte. Alle kinderen rondden het onderzoek af. Vijf kinderen stopten alleen wel met de inname van het tablet in de middag nadat ze vaak irritatie ervaarden, moeite hadden met slapen of meer repetitief gedrag vertoonden. 

Resultaten

De ouders van kinderen die methylfenidaat gebruikten, meldden dat hun kinderen meer last hadden van slapeloosheid en een verminderde eetlust hadden dan dat voorheen het geval was. Dit was echter alleen het geval bij de hoogste doseringen van het middel. De schoolleraren van de kinderen gaven aan geen nadelige veranderingen/bijwerkingen te hebben gezien in het gedrag.

Zowel de ouders als de leraren gaven aan dat de kinderen minder impulsief en hyperactief waren en minder opstandig gedrag vertoonden bij een hogere doses van methylfenidaat. De ouders zagen ook dat prikkelbaarheid en ongepaste spraak afnamen. Daarnaast was er een verbetering te zien in de sociale vaardigheden van de kinderen. Leraren merkten op dat de kinderen minder vaak ongepast emotioneel gedrag vertoonden. Een voorbeeld van ongepast emotioneel gedrag is lachen om een trieste gebeurtenis.

Ondanks de belovende resultaten waarschuwen de onderzoekers dat het een klein uitgevoerd onderzoek is die alleen de kortetermijneffecten heeft bestudeerd. De langetermijneffecten van het middel zijn niet onderzocht.


Laat een reactie achter