Prikkelverwerking onder de loep

Mensen met autisme zijn vaak zeer gevoelig voor prikkels uit hun omgeving. Een hoge sensorische gevoeligheid betekent dat hun zintuigen, waarmee je kunt zien, horen, voelen, ruiken en proeven, gemakkelijk overbelast raken.

Het hebben van een hoge gevoeligheid voor sensorische prikkels wordt ook wel sensorische verwerkingsstoornis (SPD) genoemd. Het kan zowel bij mensen met als zonder autisme voorkomen. Vaak verschilt het per persoon in welke mate klachten voorkomen en in hoeverre het leven erdoor wordt beïnvloed. Hierdoor kan de behandeling bij mensen met SPD verschillen. 

Een sensorische verwerkingsstoornis

Het is zeer lastig voor mensen met autisme om sensorische informatie te negeren wanneer deze binnenkomt. In tegenstelling tot mensen zonder een autismespectrumstoornis, zijn mensen met autisme minder goed in staat om geluiden zoals autoalarmen of het geschreeuw tijdens een sportwedstrijd te negeren of weg te filteren.

Mensen met een sensorische verwerkingsstoornis reageren heftig op zintuiglijke prikkels. SPD wordt het meest gezien bij mensen met ontwikkelingsstoornissen zoals autisme, ADHD (Attention Deficit Hyperactivity Disorder) en obsessief-compulsieve stoornis (OCS). Verschillende stimuli uit de omgeving kunnen SPD veroorzaken en het verschilt van persoon tot persoon welke stimuli overbelasting veroorzaken. In sommige gevallen kan iemand zo overgevoelig zijn dat hij of zij reageert op gewaarwordingen die anderen niet eens opmerken. In het algemeen heeft een mens vijf zintuigen. Deze vijf zintuigen staan hieronder vermeld met daarbij enkele voorbeelden:

  • Horen: met name gaat het om hardnekkige geluiden zoals grasmaaiers, wasmachines, tikkende klokken, druppelend water of verkeersgeluiden.
  • Zien: waaronder tl-lampen die flikkeren of gordijnen die fladderen.
  • Reuk: inclusief zware of uitgesproken geuren zoals schoonmaakspullen, nieuwe tapijten, parfums en voedsel.
  • Voelen: of het aanraken van gelachtige structuren of het dragen van kleding die gemaakt is van een specifieke stof (zoals viscose).
  • Smaak: een sterke afkeer of voorkeur hebben voor bepaald voedsel. Zo kan het voorkomen dat iemand glibberig voedsel vermijdt (vis, pudding) en juist een sterke voorkeur heeft voor bijvoorbeeld zacht voedsel (zoals ontbijtkoek).

Wanneer iemand te veel prikkels binnenkrijgt die afkomstig zijn van bronnen die niet zomaar weggefilterd kunnen worden, kan iemand symptomen krijgen zoals:

  • Angst;
  • Rusteloosheid;
  • Verlies van focus;
  • Overweldigd of geagiteerd voelen;
  • Verhoogde hartslag en ademhaling;
  • Een preoccupatie (een zeer sterke interesse in een bepaald onderwerp);
  • Vluchtgedrag
  • Prikkelbaarheid en boosheid 

De reactie van een persoon met autisme kan voor een naaste of buitenstaander soms verkeerd geïnterpreteerd worden of uit het niets komen. Dit komt deels doordat elk persoon anders reageert op overprikkeling en doordat de oorzaak vaak niet zichtbaar voor buitenstaanders. Zo kan iemand plotseling in huilen uitbarsten wanneer er te veel omgevingsgeluid is. 

De sensorische verwerkingsstoornis is geen officieel erkende stoornis in het psychiatrisch handboek voor stoornissen. Wel zijn zintuiglijke verwerkingsproblemen één van de criteria voor het stellen van de diagnose autisme. 

Sensorische uitdagingen

Net zoals de aanleiding tot overprikkeling per persoon kan verschillen, kan ook de reactie op overprikkeling verschillen. Hieronder staan hiervan enkele voorbeelden die vaak voorkomen:

  • Zintuiglijk zoekend gedrag, zoals het snuffelen aan objecten of aandachtig staren naar bewegende objecten;
    • Zintuiglijk vermijdend gedrag, zoals ontsnappen aan alledaagse geluiden, bezienswaardigheden of texturen;
    • Zelfstimulerend gedrag (stimming), zoals het klikken van een pen, het klappen met de handen of het lopen op de tenen;
    • Op een zeer intense manier bezig zijn met een favoriete bezigheid zoals het lezen van boeken over beleggen of het langdurig praten over hondenrassen.

Ondergevoeligheid

Verrassend genoeg zijn sommige mensen in het spectrum ondergevoelig. Dit betekent dat ze een verminderde respons hebben op zintuiglijke prikkels en vaak hunkeren naar sensatie. Dit kan ook leiden tot stimming in de vorm van fladderen, ijsberen of ander repetitief gedrag. Voorbeelden zijn: het niet goed herkennen van honger, dorst of pijn. Bij het laatste worden wondjes vaak pas ontdekt wanneer ze zichtbaar zijn. Ook kan het voorkomen dat iemand met autisme een zeer stevige handdruk geeft die de ander onopzettelijk pijn kan doen. Over- en ondergevoeligheid kunnen naast elkaar voorkomen. Iemand kan bijvoorbeeld overgevoelig zijn voor harde geluiden en ondergevoelig voor lichamelijke gewaarwordingen.

Volgens onderzoek van de University of Pittsburgh School of Medicine is sensorische overgevoeligheid één van de belangrijkste redenen waarom mensen met autisme mentale inzinkingen hebben of minder goed in staat zijn om met alledaagse situaties om te gaan. Het gaat dan vaak om mensen met autisme die een gemiddeld IQ of hoger hebben.

Andere zintuigen

Zintuiglijke overbelasting is niet alleen beperkt tot de vijf belangrijkste zintuigen (zien, horen, voelen, ruiken en proeven). Een persoon in het spectrum kan ook heftig reageren op andere soorten zintuigen. Deze zintuigen zijn van invloed op de balans, motorische vaardigheden en het lichaamsbewustzijn en zijn als volgt:

  • Vestibulair: Dit verwijst naar het binnenoor van de mens waar beweging en veranderingen van de positie van het hoofd gedetecteerd worden. Het vestibulaire systeem zorgt ervoor dat je weet of je hoofd rechtop of gekanteld is, zelfs als de ogen gesloten zijn.
  • Proprioceptie: Dit zintuig is belangrijk voor de motoriek en balans van het lichaam. Het proprioceptieve systeem bestaat uit receptoren in de spieren die de spierlengte, spanning en druk in de gaten houden.
  • Interoceptie: Is het vermogen om signalen uit het lichaam waar te nemen. Dit zijn onder andere signalen van de blaas, darmen en hart. Niet iedereen voelt bijvoorbeeld even sterk de aandrang om naar het toilet te gaan bij een volle blaas. Ook honger, dorst, verzadiging, kou en warmte zijn signalen die het lichaam sterk of juist minder sterk kan afgeven. Naar aanleiding van een signaal onderneemt iemand wel of geen actie. 

Bovenstaande drie zintuigen kunnen op dezelfde manier worden overbelast zoals de andere vijf zintuigen (geluid, zicht, aanraking, geur en smaak) dat kunnen doen.  

Sensorische overbelasting bij andere mensen

Overgevoeligheid voor bepaalde prikkels beperkt zich niet tot alleen tot mensen met autisme. Het kan bij iedereen voorkomen. Ook mensen zonder autisme kunnen ‘overbelast’ raken wanneer bijvoorbeeld een autoalarm buiten hun slaapkamerraam 10 tot 20 minuten aanhoudt zonder pauze. Dit is de reden waarom sommige mensen een club of concert verlaten wanneer het aanwezige geluid of de flitslichten onverdraagzaam zijn. Naarmate mensen ouder worden, kunnen gevoeligheden voor bepaalde prikkels (zoals geluid) toenemen. Ook kleinere kinderen hebben in het algemeen meer moeite om prikkels te filteren en kunnen daardoor sneller een inzinking (meltdown) hebben. Volgens een onderzoek uit 2018 in het vaktijdschrift JAMA Pediatrics heeft één op de zes kinderen sensorische verwerkingsproblemen waarbij frequent een meltdown optreedt die ouders vaak betitelen als slecht gedrag of aanzien voor een driftbui. Veel sensorische problemen bij mensen zonder autisme verschillen niet ten opzichte van die van mensen met autisme.

Iemand helpen met sensorische overbelasting

et isHet is Het is belangrijk dat iemand met autisme geen overload aan prikkels binnenkrijgt zodat het fysieke en emotionele welzijn van iemand er zo min mogelijk onder lijdt. Prikkels uit de omgeving dienen gedoseerd binnen te komen. Het herkennen van SPD-symptomen is een eerste stap om overgevoeligheidsreacties bij mensen met autisme te voorkomen of te vermijden. Hieronder staan enkele manieren hoe naasten en buitenstaanders hierbij kunnen helpen:

  • Wees waakzaam op signalen van overprikkeling voorafgaand aan een meltdown.
  • Moedig iemand aan om te vertellen wat de frustratie, woede of opwinding heeft veroorzaakt, zodat triggerende prikkels in het vervolg verwijderd kunnen worden.
  • Vraag wat iemand nodig heeft om weer rustig te worden. Denk bijvoorbeeld aan het maken van een wandeling, het doen van een dutje of het lezen van een interessant boek. 
  • Maak tijd voor regelmatige lichaamsbeweging om opgebouwde spanningen en stress kwijt te raken en weer nieuwe energie op te doen.
  • Besteed tijd aan meditatie en probeer zelf kalmerende technieken uit zoals ademhalingsoefeningen, yoga of mindfulness.

Het effect van therapie

Bij overprikkeling of SPD is rust nemen cruciaal om weer volledig te herstellen. Therapie volgen wanneer iemand overprikkeld is, is meestal niet zinvol omdat weinig informatie wordt opgenomen en in veel gevallen de toestand alleen maar verergerd. Therapie kan wel nuttig zijn om inzichtelijk te krijgen welke prikkels overprikkeling veroorzaken zodat op tijd geanticipeerd kan worden. Op deze manier is het mogelijk om overprikkeling te verminderen of te vermijden. 

Ergotherapie kan ook helpen bij het uitzoeken voor welke prikkels een kind overgevoelig is. Het kind wordt in een spelomgeving geplaatst waar het wordt blootgesteld aan bepaalde zintuiglijke prikkels, zoals geluid, geuren, smaken. Ook kan het kind gevraagd worden om bepaalde bewegingen te maken.

Er zijn hulpmiddelen die helpen om beter met overprikkeling om te gaan, waaronder:

  • Het gebruik van speciale oordopjes en ruisonderdrukkende koptelefoons
  • Een ‘white noise’ apparaat. Dit apparaatje produceert een geluid wat bij veel mensen een kalmerend effect geeft. Het is een ruis die lage, gemiddelde en hoge frequenties afgeeft.
  • Verzwaringsdeken, -kussen of -vest.
  • Een time-out plek waar iemand zich kan terugtrekken om weer tot rust te komen.
  • Een stressbal.
  • Het gebruik van fidget toys. Dit zijn speeltjes waar je in kunt knijpen, mee twisten en spinnen. Ze zijn bedoeld om iets in je handen te hebben om mee te ‘friemelen’ en het werkt veelal ontspannend en rustgevend.
  • Het doen van lichamelijk activiteit, zoals het maken van een wandeling door de natuur.


Laat een reactie achter