Wat is onderprikkeling?
Bij mensen met autisme werkt de sensorische informatieverwerking anders dan bij mensen zonder autisme. Vaak zijn zij in extreme mate gevoelig voor bepaalde prikkels, maar kunnen hier ook in extreme mate ongevoelig voor zijn. Het gevolg hiervan is dat mensen met autisme geregeld last hebben van onder- of overprikkeling. In deze blog gaan we in op onderprikkeling. Wil je meer lezen over overprikkeling? Klik dan hier.
Wanneer iemand last heeft van onderprikkeling dan ervaart de persoon te weinig sensorische prikkels. Onder sensorische prikkels vallen bijvoorbeeld geuren, kleuren, geluiden, aanrakingen en smaken. Wanneer er sprake is van onderprikkeling dan hebben mensen met autisme de neiging om extra stimulatie op te zoeken om hun behoefte aan sensorische input te bevredigen. Dit kan zich uiten in activiteiten zoals friemelen, wiebelen, fladderen met handen of het maken van herhaalde geluiden. Onderprikkeling kan leiden tot verveling, frustratie of een gevoel van ongemak. Daarnaast is er vaak een gebrek aan focus, motivatie en betrokkenheid bij activiteiten, omdat men niet voldoende sensorische input krijgt om de aandacht vast te houden.
Onder- en overprikkeling kunnen ook gelijktijdig voorkomen. Je kunt bijvoorbeeld overgevoelig zijn voor het harde geluid van de radio, maar ondergevoelig voor de warmte van je kop thee.
Onderprikkeling bij vrouwen met autisme
Tot heden is weinig onderzoek gedaan naar onderprikkeling bij vrouwen met autisme. In hoeverre onderprikkeling zich bij vrouwen anders manifesteert, is dus nog niet geheel bekend. Wel wordt verondersteld dat vrouwen met autisme symptomen van onderprikkeling beter kunnen verhullen dan hun mannelijke tegenhangers. Van vrouwen weten we namelijk dat zij zeer goed zijn in het maskeren van hun ‘eigenaardigen’ in het dagelijks leven waardoor signalen van onderprikkeling niet snel aan het licht komen. Tevens hebben zij gaandeweg de jaren copingmechanismen ontwikkeld waardoor zij voor zichzelf manieren hebben ontwikkeld om beter met sensorische uitdagingen om te gaan.
Onderprikkeling herkennen
Mensen die onderprikkeld zijn realiseren zich vaak te laat wat er met hen aan de hand is. Hoewel er (achteraf gezien) vaak wel voortekenen waren, werden die vaak genegeerd of niet goed aangevoeld. Globaal gezien kan onderprikkeling opgedeeld worden in vier fasen. Elke fase behoeft een andere aanpak.
Fase 1: Ontspannen
- Activiteiten geven meer energie dan dat ze kosten
- Blij gevoel
- Tevredenheid
- Goed in je vel zitten
- Emotioneel in balans
- Voldoening uit activiteiten halen
- Na vermoeidheid snel en volledig herstel
- Normale fysieke belastbaarheid
Fase 2: Lichte onderprikkeling
- Activiteiten kosten meer energie
- Vaker gedachteloos voor je uit staren
- 1 stap vooruit, 2 stappen achteruit
- Vaker later naar bed gaan
- Meer cafeïnehoudende dranken drinken
- Tijd lijkt langer te duren
- Het gevoel watten in je hoofd te hebben
- Vrolijker voordoen dan dat je je voelt
- Minder plezier beleven aan activiteiten
- Concentratieproblemen
- Jezelf veroordelen
- Negatief zelfbeeld
- Schaamte
Fase 3: Onderprikkeling
- Huilbuien
- Terugtrekgedrag
- Vrijdag al tegen maandag opzien
- Meer tv kijken of gamen
- Zwart-wit denken
- Vaak mopperen over situaties of anderen
- Gelatenheid
- Gevangen voelen in eigen lichaam
- Nergens zin in hebben
- Apathie
- Gebrek aan motivatie en enthousiasme
- Vermoeidheid
- Schijn voor de buitenwereld ophouden
- Emotionele uitbarstingen
- Uitstelgedrag
- Slaapproblemen
Fase 4: Hevige onderprikkeling
- Dood vervelen
- Op zoek naar sterke of juist verdovende prikkels (alcohol, drugs, medicijnen, overmatig sporten, veel eten, niet eten, fysieke pijn, overmatig gamen)
- Agressie
- Veel frustratie ervaren
- Ongeduldigheid
- Depressieve gevoelens
- Het lukt niet meer om jezelf tot iets aan te sporen
- Een gevoel van leegte
Twintig voorbeelden van onderprikkeling
Wat is nu precies onderprikkeling en hoe komt het tot uiting? Hieronder staan twintig voorbeelden van onderprikkeling die bij mensen met autisme, maar ook bij mensen buiten het spectrum, kunnen voorkomen:
- Honger of dorst slecht aanvoelen: een lage bloedsuikerspiegel niet opmerken, obstipatie door vochttekort.
- Eentonige taken uitvoeren: herhaaldelijke of monotone activiteiten uitvoeren zonder afwisseling.
- Beperkte sociale interactie: sociale interactie niet uitgaan, weinig gesprekken hebben met andere mensen.
- Ongevoelig voor aanrakingen: harde handdruk geven, bepaalde materialen graag willen aanraken.
- Onverschillig reageren op geluid: op zoek naar harde geluiden, het geluid van sirenes willen aanhoren, geen of weinig reactie op omgevingsgeluiden.
- Verveling: geen interessante of boeiende bezigheden hebben.
- Geen creatieve uitlaatklep hebben: niet de mogelijkheid, tijd, ruimte of energie hebben om creatief bezig te zijn.
- Statische (werk)omgeving: ruimtes met zeer weinig meubilair of omgevingen die weinig aan veranderingen onderhevig zijn.
- Te weinig beweging: onvoldoende fysieke activiteit of mogelijkheden tot beweging.
- Gebrek aan keuzes: geen autonomie hebben in het bepalen van activiteiten of het maken van beslissingen.
- Geen uitdagende leeromgeving: geen mogelijkheid om nieuwe dingen te leren of vaardigheden verder te ontwikkelen.
- Problemen met evenwicht: lange tijd in rondjes draaien zonder duizelig te worden, onvermoeibaarheid in attractieparken.
- Gebrek aan emotionele prikkels: weinig emotionele betrokkenheid of interactie.
- Sterke geurprikkels niet snel opmerken: merkt eigen zweetgeur niet op, wil graag aan dingen ruiken, zoekt sterke geuren op.
- Weinig uitdaging qua werk of taken: geen werkzaamheden hebben die intellectueel uitdagend zijn.
- Weinig nieuwe ervaringen opdoen: geen nieuwe dingen uitproberen of ontdekken.
- Gevoel van nutteloosheid: het leven als zinloos ervaren, geen doelgerichte activiteiten of betekenisvolle bezigheden hebben.
- Ondergevoelig voor smaken: te veel zout aan eten toevoegen, van zeer pittig eten houden.
- Eenzijdig eetpatroon. Steeds hetzelfde voedsel eten, geen variatie in maaltijden.
- Pijnsignalen niet goed waarnemen: te lang doorgaan bij blessures, wondjes niet opmerken.
Tips bij onderprikkeling
Onderprikkeling kan een behoorlijke impact hebben op iemands leven. Gelukkig zijn er manieren die onderprikkeling draaglijker maken en bevorderlijk zijn voor het herstel ervan. Hieronder staan enkele tips:
- Stel doelen: het stellen van kleine, haalbare doelen helpt om gemotiveerd te blijven. Dit kunnen dagelijkse taken zijn, zoals het lezen van een hoofdstuk van een boek of het voltooien van een klein project.
- Zoek een nieuwe hobby: probeer nieuwe activiteiten uit die je interesse wekken. Deze activiteiten kunnen variëren van schilderen tot bloemschikken en van mindfulness tot tuinieren. Het vinden van iets nieuws stimuleert de hersenen.
- Kom in beweging: hoewel je misschien moe bent en liever niet intensief inspant, kan lichaamsbeweging wel wonderen verrichten. Het is namelijk bewezen dat het je energieniveau en stemming verbetert. Zelfs een korte (intensieve) wandeling activeert je brein en maakt je alerter.
- Stimuleer je zintuigen: probeer je zintuigen te activeren door middel van verschillende activiteiten. Luister bijvoorbeeld naar opwekkende muziek, experimenteer met nieuwe smaken tijdens het koken en maak elke ochtend een (korte) wandeling waarbij je de route afwisselt.
- Ga sociale contacten aan: praat met vrienden of familieleden of ga op zoek naar nieuwe contacten. Sociale interactie kan je energie geven en het denkvermogen stimuleren. Wanneer face-to-face contact een te grote uitdaging vormt, bekijk dan eventueel de mogelijkheden via het internet.
- Verander je omgeving. Nieuwe omgevingen prikkelen de hersenen. Breng tijd door in verschillende ruimtes, ga naar buiten in je pauze en wissel indien mogelijk zo nu en dan van werkplek.
- Wees creatief: laat je creativiteit de vrije loop. Teken, schilder, schrijf, of probeer iets anders creatiefs te doen om je geest actief te houden.
- Volg een interessante cursus: ontwikkel je kwaliteiten en vaardigheden door een cursus te volgen die je interesse wekt. Het hoeft geen moeilijke, theoretische cursus te zijn. Het is belangrijk dat je een cursus uitkiest die jou intrinsiek motiveert en inspireert.
- Vermijd overmatige prikkels: Hoewel onderprikkeling vervelend is, is overprikkeling ook zeer belemmerend. Probeer een balans te vinden en vermijd te prikkels die je kunnen overweldigen.
In hoeverre je wel of geen last hebt van onderprikkeling kan verschillen gedurende je levensfases. Wanneer voor jou bijvoorbeeld de omstandigheden ideaal zijn dan kan het zomaar zijn dat je veel minder hinder ondervindt van onderprikkeling. Andersom kan helaas ook: kijk dan op welke gebieden je je leven anders kunt inrichten zodat je het zo prettig mogelijk voor jezelf maakt.
Werkboek Autistische burn-out