Fabels over autisme
Over autisme doen veel fabels de ronde. Sommige fabels over autisme zijn zo hardnekkig dat veel mensen ze kennen en sommigen ze daadwerkelijk geloven. Tijd om daar verandering in te brengen en deze fabels de wereld uit te helpen
1. Autisme wordt veroorzaakt door vaccins
Eén van de grootste fabels die over autisme rondgaat, is dat het veroorzaakt kan worden door vaccinaties die in de kindertijd zijn gezet. Het gaat dan voornamelijk om het BMR-vaccin (bof, mazelen, rodehond). Diverse onderzoeken tonen aan dat er geen verband is tussen de stoornis en kindervaccinaties. Daarnaast heeft nog geen enkel onderzoek aangetoond dat er juist wél een verband is tussen een autismespectrumstoornis en vaccinaties. De resultaten uit het oorspronkelijke onderzoek dat jaren geleden de fabel de wereld in heeft gebracht, zijn ingetrokken vanwege een slecht onderzoeksopzet en twijfelachtige onderzoeksmethoden.
2. Autisme is een kinderziekte
Indien iemand de diagnose autisme krijgt dan geldt die diagnose voor het gehele leven. Het is niet zo dat autisme met het verstrijken van de jaren over kan gaan. Er zijn meer volwassenen dan kinderen met autisme, maar volwassenen worden vaak niet meegenomen in onderzoeken. Ook werd vroeger de diagnose minder snel herkend bij volwassenen en dus ook minder snel vastgesteld. Om deze redenen lijkt autisme een stuk vaker voor te komen bij kinderen.
Kenmerken of gedragingen die gerelateerd zijn aan autisme kunnen gedurende het leven wel anders geuit worden. Dit komt door ervaringen die men in het leven meemaakt. Ook therapie kan symptomen van autisme verminderen waardoor men er beter mee om kan gaan en symptomen kunnen verminderen.
3. Mensen met autisme hebben een speciaal talent
Aan heel wat mensen met autisme wordt bij het bekendmaken van een autismespectrumstoornis gevraagd of zij een speciaal talent hebben. Vaak denkt men dat mensen met autisme uitzonderlijk goed kunnen rekenen, een obsessie hebben voor treinen en geen oogcontact maken. Echter, autisme uit zich bij elk persoon anders en het hebben van een zeer uniek talent komt maar bij 1 op de 10 tot 1 op de 200 voor. Anderzijds hebben mensen met autisme vaak wel kwaliteiten die ten opzichte van de gehele bevolking minder vaak voorkomen. Zo kunnen mensen met autisme vaak zeer oprechtheid, punctueel en eerlijk zijn. Lees hier meer over de waardevolle kwaliteiten en vaardigheden die vrouwen met autisme kunnen hebben.
4. Mensen met autisme hebben leerproblemen
Met de juiste ondersteuning en een passende omgeving kunnen veel mensen met autisme heel kundig en zelfstandig zijn. Indien iemand met autisme weinig spreekt of een zeer geringe woordenschat heeft, worden vaak andere manieren gevonden om te communiceren. Sommige mensen met autisme doen er langer over om informatie te verwerken, maar dat betekent niet dat de informatie niet wordt begrepen. Daar komt bij dat veel mensen met autisme ook sterke punten hebben ten opzichte van mensen zonder autisme. Voorbeelden zijn: een sterke aandacht voor detail en een zeer goed vermogen om patronen in gegevens te zien. Deze kwaliteiten kunnen in het leven veel voordelen opleveren.
5. Mensen met autisme zijn asociaal
Mensen met autisme hebben vaak ondersteuning nodig met sociale vaardigheden en gaan anders met de wereld om hen heen om. Dit betekent echter niet dat zij geen sociaal contact willen. De behoeften die zij hebben tijdens sociaal contact kunnen wel verschillen. Zo vinden sommigen het een stuk prettiger om met elkaar te gamen of film te kijken dan in een café een kopje koffie met elkaar te drinken.
Vrouwen met autisme weten vaak niet goed hoe zij zich moeten gedragen in sociale situaties. Sommigen worden in die situaties stil en verlegen of vermijden de situaties zelfs. Een ander kan juist weer te veel gaan praten. Non-verbale communicatie kan verwarrend zijn voor mensen met autisme. Lichaamstaal, stemgeluid en sarcasme kunnen voor hen moeilijk te lezen zijn. Deze uitdagingen kunnen het moeilijk maken om vrienden te maken, relaties op te bouwen of te socializen op het werk. De tijd nemen om mensen met autisme te leren kennen en een omgeving te bieden waar zij zich op hun gemak voelen, kan een groot verschil maken.
6. Autisme kun je genezen
Er bestaat geen behandeling of medicatie om autisme te genezen. Ook voeding, homeopathische middelen en het innemen van supplementen gaan niet helpen. Maar met de juiste hulp kunnen veel vrouwen met autisme studeren, werken en relaties met anderen onderhouden. Een passende behandeling kan ervoor zorgen dat vrouwen beter kunnen omgaan met de uitdagingen van hun autismespectrumstoornis.
7. Alleen mannen kunnen autisme hebben
Op dit moment zijn meer mannen dan vrouwen gediagnosticeerd met autisme. Maar dat wil niet zeggen dat vrouwen geen autisme kunnen hebben. Integendeel zelfs. Vrouwen kunnen veel beter dan mannen kenmerken van autisme ‘maskeren’. Hun vaardigheden om met symptomen van autisme om te gaan, zijn vaak beter ontwikkeld. Hierdoor lijkt het voor de buitenwereld dat zij gemakkelijker met alle uitdagingen uit het leven kunnen om te gaan. Het gevolg hiervan is dat veel vrouwen met autisme pas later in hun leven de diagnose autisme krijgen dan mannen. Lees hier meer informatie over hoe autisme zich uit bij vrouwen.
8. Autisme wordt veroorzaakt door slecht ouderschap
Autisme kan niet worden veroorzaakt door slecht ouderschap. Onderzoek heeft uitgewezen dat de wijze van opvoeding hier geen rol in speelt. De fabel bestaat al sinds de jaren 50. Er ging een vreemde theorie de ronde die suggereerde dat moeders die een kille houding hadden en emotioneel afstandelijk waren hun kind traumatiseerden. Hier zou autisme door ontstaan. De theorie wordt ook vaak aangeduid met de term ‘koelkastmoeder’. De ‘koelkastmoedertheorie’ is gelukkig al heel wat jaren geleden ontkracht door de oprichter van het Autism Research Institute. Hij heeft grondig onderzoek gedaan in hoeverre een afwijzende opvoedstijl autisme kan veroorzaken. Helaas is deze fabel nog niet uitgeroeid en veelvuldig te lezen op internet.
Wat wel baat kan hebben is dat de ouders van een kind met autisme informatie opdoen over de aandoening. Zij hebben dan meer handvaten hoe zij hun kind kunnen begeleiden en eventuele moeilijkheden voortijdig kunnen voorkomen. Daarnaast kan de opvoedstijl van de ouders zeker bijdragen hoe een kind met autisme omgaat met de wereld om zich heen. Maar de wijze van opvoeding kan dus geen oorzaak zijn van autisme.
9. Autisme is een ziekte
Sommige mensen denken dat autisme enkel een ziekte is en dat je het kunt genezen met medicatie of behandelingen, net zoals dit meestal het geval is bij fysieke aandoeningen. Om deze reden gaan sommigen ervan uit dat mensen met autisme ‘ziek’ zijn. Dit is echter onjuist: mensen met autisme zijn niet ziek. Het is een neurologische ontwikkelingsstoornis en kan zich uiten in communicatiestoornissen, problemen in de sociale interactie en beperkte interesses. Bij mensen met autisme verwerken de hersenen juist op een andere manier informatie in vergelijking met ‘normale’ personen. De stoornis is al vanaf de geboorte al aanwezig en kan niet worden genezen.
10. Autisme is een epidemie aan het worden
Veel mensen denken dat autisme steeds vaker voorkomt en dat het als een epidemie kan worden beschouwd. Op zich is dit geen gekke gedachte. Het aantal mensen met de diagnose autisme is inderdaad toegenomen in de afgelopen twee à drie decennia. Dit komt voornamelijk door de toegenomen kennis en bewustzijn over autisme. Het feit dat de criteria om autisme vast te stellen sinds de invoering van de DSM-V breder zijn geworden, speelt hierin ook een rol. Dit betekent dat meer mensen dan voorheen nu wel de diagnose krijgen en de steun en het begrip krijgen dat ze nodig hebben. In het verleden zijn veel van deze mensen niet gediagnosticeerd en werden vaak betiteld als sociaal onhandig, ongevoelig of introvert, of een combinatie van deze eigenschappen.
Sommigen experts twijfelen of het verbreden van de criteria bij autisme een goede ontwikkeling is. Desalniettemin kan niet gesproken worden over een ware epidemie en is deze fabel onjuist.
11. Kinderen met autisme zijn gewelddadiger
Helaas bestaat de misvatting dat kinderen met autisme gewelddadiger zouden zijn dan kinderen zonder autisme. De waarheid is dat kinderen met autisme niet gewelddadiger zijn dan enig ander kind. Dit heeft onder andere onderzoek uitgewezen. Wel is het zo dat veel kinderen met autisme niet goed weten hoe zij emoties en gevoelens op een juiste manier moeten uiten. Het kan bijvoorbeeld zijn dat zij gaan huilen, schoppen, slaan, schreeuwen of zichzelf beschadigen (of voorwerpen uit de omgeving). In sommige gevallen kan dit betiteld worden als agressief gedrag aangezien schade wordt toegebracht aan zichzelf of een voorwerp. In veel gevallen gaat het niet om agressief gedrag, maar betitelen mensen dit als zodanig. Negatieve gevoelens zullen zeer zelden op mensen uit de directe omgeving afgereageerd worden.
Volwassenen kunnen beter hun negatieve gevoelens op een juiste manier uiten. Zij hebben door middel van observatie gezond en geoorloogd gedrag van andere mensen overgenomen of hebben in therapie handvatten gekregen hoe zij op een gezonde(re) manier emoties kunnen uiten.