10 hardnekkige fabels over autisme

Over autisme doen veel fabels de ronde. Velen daarvan worden vandaag de dag nog geloofd door mensen. De gevolgen zijn dat vooroordelen ontstaan en er minder begrip is voor sommige mensen met een autismespectrumstoornis. Dit geldt in het bijzonder voor vrouwen met autisme, waarbij de stoornis vaak lastiger te herkennen is. Hieronder staan 10 veelvoorkomende fabels.

10. Autisme wordt veroorzaakt door vaccins.

Eén van de grootste fabels die over autisme rondgaat, is dat het veroorzaakt kan worden door vaccinaties die in de kindertijd zijn gezet. Het gaat dan voornamelijk om het BMR-vaccin (bof, mazelen, rodehond). Diverse onderzoeken tonen aan dat er geen verband is tussen de stoornis en kindervaccinaties. Daarnaast heeft nog geen enkel onderzoek aangetoond dat er juist wél een verband is tussen een autismespectrumstoornis en vaccinaties. De resultaten uit het oorspronkelijke onderzoek dat jaren geleden de fabel de wereld in heeft gebracht, zijn ingetrokken vanwege een slecht onderzoeksopzet en twijfelachtige onderzoeksmethoden.

9. Autisme is een kinderziekte

Wanneer iemand de diagnose autisme krijgt dan geldt dat voor zijn of haar hele leven. Autisme verdwijnt niet met het verstrijken van de tijd. Symptomen van autisme kunnen wel gedurende het leven verminderen. Dit komt voornamelijk omdat mensen begeleiding krijgen waardoor zij beter met veelvoorkomende uitdagingen kunnen omgaan. Daarnaast wordt veelal geleerd wat gepast gedrag is in verschillende situaties. Hierdoor valt autisme minder op bij oudere mensen.

Gezien het feit dat tegenwoordig meer over autisme wordt gesproken en de afgelopen twee decennia het aantal diagnosen is toegenomen, versterkt de fabel dat autisme een kinderziekte is.

8. Mensen met autisme hebben een bijzonder talent

Wanneer mensen onthullen dat ze autisme hebben, wordt geregeld de vraag gesteld of ze een speciaal talent hebben. Veel mensen denken namelijk dat mensen met autisme bijvoorbeeld heel goed zijn in rekenen, een obsessie hebben met treinen of kunnen tekenen als Leonardo da Vinci. Het daadwerkelijke percentage mensen met autisme dat een uniek talent heeft, is zeer laag. Wanneer iemand een vermogen heeft dat ver boven het gemiddelde ligt, wordt dit het savant-syndroom genoemd. Ook het savant-syndroom komt zeer zelden voor. Geschat wordt dat dit bij minder dan 1% van de bevolking voorkomt.

7. Mensen met autisme hebben leerproblemen

Sommige mensen met autisme praten weinig of hebben een zeer beperkte woordenschat. Dit betekent echter niet dat ze slecht kunnen leren. Vaak worden andere manieren of communicatietechnieken gevonden die goed aansluiten bij een persoon waardoor leren mogelijk is. Veel mensen met autisme hebben meer tijd nodig om informatie te verwerken dan mensen zonder de stoornis. Dit is de reden dat het langer kan duren voordat een antwoord wordt gegeven op een vraag of een grap wordt begrepen. Met de juiste begeleiding en een prettige omgeving kunnen mensen met autisme ver komen. Dit geldt niet alleen voor de schoolprestaties, maar ook voor hun carrière.

6. Mensen met autisme zijn eenzaam en asociaal

Dit is veelal niet waar. Het voornaamste probleem is dat ze niet weten hoe ze zich moeten gedragen tijdens sociale situaties. Sommige mensen met autisme worden stil en verlegen, anderen gaan juist erg veel praten.

Wanneer mensen met autisme te veel prikkels ervaren, kunnen ze zich terugtrekken uit sociale activiteiten. Dit betekent echter niet dat ze geen sociaal contact willen. Op dat moment is rust nemen belangrijk om zich weer op te kunnen laden voor volgende (sociale) activiteiten. Ook de activiteit hangt af in hoeverre mensen met autisme zich mengen in sociale situaties. Velen vinden het bijvoorbeeld gezelliger om spelletjes te spelen of samen een film te kijken dan een kopje koffie te drinken in een café.

5. Autisme kan worden genezen

Er is geen behandeling of medicijn dat autisme kan genezen. Ook diverse diëten, homeopathische middelen en supplementen kunnen autisme niet wegnemen. Wel zijn er mensen die aangeven baat te hebben bij alternatieve vormen van therapie, zoals muziektherapie, therapie met paarden of neurotherapie. Mensen merkten op dat symptomen van autisme afnamen. Het verschilt per persoon of een (alternatieve) behandeling werk of niet. Wellicht dat het placebo-effect hierbij ook een beetje meespeelt.

Hoewel autisme nooit in iemands leven zal weggaan, kunnen mensen met de juiste hulp studeren, werken en relaties onderhouden. Ook psychologische begeleiding kan helpen om beter om te gaan met veelvoorkomende uitdagingen in het leven. Het is de meest ingezette therapie bij autisme en is bewezen effectief bij het verlichten van autisme gerelateerde symptomen.

4. Alleen mannen hebben autisme.

Momenteel zijn meer mannen dan vrouwen gediagnosticeerd met autisme. Dit betekent niet dat er geen vrouwen bestaan met autisme. Integendeel, vrouwen zijn juist veel beter in het ‘maskeren’ van hun symptomen dan mannen. Zij weten beter hoe zij zich ‘normaal’ moeten gedragen in sociale situaties waardoor autisme minder snel opgemerkt wordt door anderen. Doordat vrouwen vaardiger zijn in het maskeren van autisme gerelateerde symptomen dan mannen, wordt bij hen de diagnose vaak later in het leven gesteld of zelfs geheel over het hoofd gezien.

3. Autisme wordt veroorzaakt door slecht ouderschap

Deze mythe bestaat al sinds de jaren vijftig. Er ging een vreemde theorie de ronde die suggereerde dat moeders die een kille houding hadden en emotioneel afstandelijk waren hun kind traumatiseerden. Verondersteld werd dat hier autisme zou door ontstaan. Deze theorie is beter bekend als ‘koelkastmoeders’. Gelukkig werd de theorie van de koelkastmoeder vele jaren geleden ontkracht door de oprichter van het Autism Research Institute. Hij deed grondig onderzoek naar de relatie tussen afwijzende opvoedingsstijlen en autisme en kwam tot de ontdekking dat er geen verband was. Hoewel deze fabel al lang geleden is ontkracht, is hij helaas tot op de dag van vandaag nog in leven.

2. Autisme is een ziekte

Sommige mensen denken dat autisme kan worden genezen met medicatie en behandeling, net zoals dit meestal het geval is bij lichamelijke aandoeningen. Dit is de reden waarom sommige mensen aannemen dat autisme een ziekte is en kan verdwijnen na verloop van tijd. Dit is echter onjuist: mensen met autisme zijn niet ziek. Het is een aandoening die je vanaf de geboorte meekrijgt. Vandaar dat diagnostisch onderzoek naar autisme ook altijd kijkt naar hoe iemand was in de kindertijd. Indien autisme gerelateerde symptomen in de kindertijd ontbreken, kan de diagnose namelijk niet gesteld worden.

1. De laatste, maar zeker niet de minste: autisme is een epidemie

Veel mensen delen hun mening dat de diagnose te snel wordt gesteld en dat het als een epidemie kan worden beschouwd. Dit is geen gekke gedachte, want de prevalentie van autisme is bijvoorbeeld in de Verenigde Staten de afgelopen twee decennia gestaag toegenomen. De stijging wordt voornamelijk toegeschreven aan de toegenomen kennis over autisme en veranderingen in de diagnostische criteria. De criteria voor het diagnosticeren van autisme zijn namelijk sinds 2013 verbreedt. Veel mensen vermoeden of nemen aan dat deze verbreding tot meer diagnoses heeft geleid bij mensen die anders onder de radar zouden zijn gebleven. Wat velen over het hoofd zien, is dat schattingen van de prevalentie van autisme zijn gebaseerd op onderzoeken voorafgaand aan 2013. Er zijn tot heden weinig onderzoeken beschikbaar over de huidige prevalentie van autisme. Er zijn zelfs experts die vermoeden dat door de nieuwe criteria de autismecijfers juist verlagen. Kortom, het is op dit moment te vroeg om over een autisme-epidemie te spreken.


Hoe denk jij over deze fabels? Of weet je er nog meer die de ronde doen? Laat het weten in de reacties hieronder.


Laat een reactie achter